Heemkring Dorp en Toren vzw

Bezienswaardigheden

1. De Sint-Columbakerk

Wanneer de oudste, wellicht houten, kerk ontstaan is en hoe zij eruit zag, is moeilijk te achterhalen. In de 2de helft van 12de eeuw werd zij vervangen door een Romaanse kruiskerk, opgetrokken in Doornikse blauwsteen. Ze had een middentoren, een vlak afgesloten koor, een dwarsbeuk en een driebeukig schip waarvan de middenbeuk hoger opgebouwd was dan de aanpalende, smalle zijbeukjes.

Naderhand werd de kerk verbouwd tot een ruime driebeukige hallenkerk met drie even hoge beuken. In die opbouw bleven de Romaanse middentoren, de dwarsbeuk en de middenbeuk behouden.
Aan het einde van de 16de eeuw lag, misschien ten gevolge van de strooptochten van de vrijbuiters of van de geuzenopstand, de kerk gedeeltelijk in puin. De zuidbeuk en het zuidkoor werden gesloopt en de kerk werd tot een tweebeukig geheel verkleind. De toren kreeg een nieuwe klokkenverdieping en een hogere spits.

De kerk, zoals zij er thans uitziet, dateert van de jaren 1775. Bij de bouw bleven de toren en de zuidelijke dwarsbeuk, het zgn. Klein Deurke, behouden. Alles kwam onder één dak te liggen.

Oudste foto van de Sint-Columbakerk
Vermoedelijk de oudste foto van de Sint-Columbakerk, medio 19de eeuw (foto 10.209)
zuidkant Sint-Columbakerk
Zuidkant Sint-Columbakerk
(foto 4.726 van 06.1992)

Op 25 juni 2017 hield de Federatie Deerlijk, die ontstond op 11 december 2004, op met bestaan. Deze bestond uit de parochies Sint-Columba (centrum) en Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen (Sint-Lodewijk), die zelf samengesteld was uit de parochie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen en de parochie Sint-Anna (Molenhoek).

In de periode 1960-1961 werd de wijk Molenhoek een hulpparochie van de Sint-Columbaparochie. Op 19 oktober 1963 werd een nieuwe kerk ingezegend, toegewijd aan de Heilige Moeder Anna. Vier jaar later, op 12 november 1967, werd de Molenhoek verheven tot zelfstandige parochie.
Op 11 december 2004 werd ze opgenomen in de Federatie Deerlijk. Intussen is deze vroegere afzonderlijke parochie opgedoekt en werd in maart 2018 de kerk gesloopt.

De afgebroken Sint-Annakerk op de Molenhoek (foto 5.113 van 08.1993)

De parochie werd terug ingedeeld zoals voorheen: een deel Molenhoeknaren behoren nu terug tot de Sint-Martinusparochie van Desselgem, een ander deel tot de Heilige Margaretaparochie van Nieuwenhove-Waregem en het grootste deel behoort terug tot de Sint-Columbaparochie.
Op bewuste datum van 25 juni 2017 ontstond de Pastorale Eenheid “De Wijngaard Deerlijk vzw”.

2. Het Sint-Columbaretabel

De Sint-Columbakerk bevat een merkwaardig retabel van haar patroonheilige Sint-Columba. Het dateert van omstreeks 1535 en werd vermoedelijk vervaardigd in een Kortrijks atelier. Opdrachtgever was hoogstwaarschijnlijk Jan de Costere, heer van Deerlijk. Dit valt af te leiden uit het familieschild – het latere gemeenteschild – dat driemaal voorkomt op de onderste fries en uit de voorstelling van de schenker (links bovenaan) in het gezelschap van zijn patroonheilige Johannes de Doper.
Het beeldt in tien taferelen het leven en de marteldood uit van de heilige Columba, volgens haar hagiografen een adellijk meisje uit Spanje dat op 31 december 274 te Sens werd onthoofd.
Het retabel werd tussen 1982 en 1988 gerestaureerd door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium te Brussel.

3. De kapel van Onze-Lieve-Vrouw ter Ruste

In tegenstelling met wat tot nog toe algemeen werd aangenomen ligt niet de familie de Cassina aan de oorsprong van de kapel, maar werd zij in 1639 gebouwd door Marguerite Keldewiers, de moeder van Walrand du Bois, deken van het kapittel van Harelbeke.

Kapel ter Ruste
De Kapel ter Ruste in het begin van de 20ste eeuw (foto 16.342)

Aan de kapel is de volgende legende verbonden. De edelman Adriaen Andries de Cassina die zich in grote nood bevond, had de grootste boom van zijn domein beloofd voor de bouw van een kapel. De belofte raakte echter vergeten en de boom werd voor een ander doel geveld. Op de plaats waar de kapel moest worden gebouwd, kon het span paarden dat de boom trok niet meer vooruit. De heer liet de boom in twee zagen en een beeldje van Onze-Lieve-Vrouw viel eruit. Precies op die plaats liet hij de kapel bouwen.
De twee voornamen, Adriaen Andries, van de heer de Cassina zorgden voor verwarring want Adriaen (voornaam) Andries (familienaam) bouwde ongeveer 30 jaar later de kapel Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen in Sint-Lodewijk.
Vooral op 25 maart, feestdag van Onze-Lieve-Vrouw Boodschap, vormde de kapel een waar bedevaartsoord. Op deze datum viert Deerlijk telkenjare Kapellekensommegang, die vroeger jaren gepaard ging met een processie.

miraculeus beeldje uit de Kapel ter Ruste
Miraculeus beeldje van O.-L.-Vrouw
(foto d601 van 25.03.1984)

De kapel heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. Tijdens de Franse Revolutie werd zij voor de eredienst gesloten en openbaar verkocht. Zij diende achtereenvolgens als armenspinschool, hospitaal voor tyfuslijders en weefschool.
Eerst in 1884 werd ze door toedoen van pastoor Adolf De Bien opnieuw voor de eredienst opengesteld.

Kapel ter Ruste in restauratie in 1884
(foto 1.346n)

4. De kerk van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen van Sint-Lodewijk

Op de weg van Zwevegem naar Vichte, op het gehucht de Pladijshoek (nu Sint-Lodewijk), liet de Kortrijkzaan Adriaen Andries in 1666 een kapel bouwen ter ere van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen. In talrijke documenten staat zij omschreven als “de Capelle te Keyselberge” en stond waar tot in de tachtiger jaren de herberg “De Lustigen Boer” gehouden werd.
In 1774 werd het heiligdom aanzienlijk vergroot, zodat de oude kapel tot portaal diende van de nieuwe. In 1804 werd de kapel verheven tot proosdij met een vaste proost en in 1855 werd Sint-Lodewijk uiteindelijk een zelfstandige parochie.
In 1869 werd de kapel, die te klein geworden was, vervangen door een kerk, eveneens toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen. De oude kapel raakte langzaam in verval en werd in 1885 gesloopt.

Kerk Sint-Lodewijk vanuit de lucht
Kerk O.-L.-Vrouw Onbevlekt Ontvangen (foto d963 van 17.04.1985)

In 1873 kreeg de kerk een tweede patroonheilige, nl. Benedictus van Nursia.
Eind 2014 hield de parochie, die reeds een fusie was van haarzelf en Sint-Anna (Molenhoek) op met bestaan en werd opgenomen in de Federatie Deerlijk. Meer over deze federatie staat onder punt 1 vermeld.

5. De molen ter Geest en te Zande

De sedert 1944 wettelijk beschermde windmolen langs de Waregemstraat heet in de volksmond “Clerkskensmolen”, naar de huidige eigenaars Declercq. Van de vele molens die Deerlijk vroeger rijk was, is hij de enige overblijvende en bovendien nog maalvaardig. Van de drie aandrijfmogelijkheden (wind, stoom en elektriciteit) is enkel nog de elektrische aandrijving bestaande. De wieken draaien niet meer en de stoommachine staat te verkommeren.
De eerste molen op die plaats werd opgericht in 1768 als oliewindmolen. Volgens overlevering zou de molen in de hevige storm van 1 november 1800 omver gewaaid zijn. Hier hebben we onze twijfels bij: de molen werd door de wind slechts opgelicht en ternauwernood beschadigd. In de twintiger jaren van de 19de eeuw kwam de molen in handen van de familie Declercq. Sedertdien was hij ook graanmolen.
Op Goede Vrijdag 1888 brandde de molen echter volledig uit en werd hij vervangen door de huidige in steen. In 1898 werd een stoommachine geplaatst, die in 1913 vervangen werd door een ander. De molen werd bij de terugtocht van de Duitse troepen in november 1918 door een obus zwaar beschadigd.

Molen ter Geest en te Zande
Molen ter Geest en te Zande (foto d3.716 van 03.1993)

In 1980-1981 werd de molen nog eens grondig hersteld door molenbouwer Peel uit Gistel.
In de loop van 2005 kregen de romp en de wieken opnieuw een grondige restauratiebeurt.
Sedert enkele jaren is helaas geen sprake meer van molenactiviteit.

6. Het museum René De Clercq

In het geboortehuis van de dichter is sedert 1991 het museum René De Clercq ondergebracht, beheerd door het René De Clercq Stichting, inmiddels René De Clercqgenootschap vzw.
Het gebouw uit 1790 is eigendom van de gemeente en is wettelijk beschermd. Het werd vakkundig gerestaureerd en ingericht door de gemeentediensten onder leiding van “Monumenten en Landschappen”.

De benedenverdieping ademt de sfeer van de tijd van De Clercq uit met de woonkamer, de keuken en de bakoven. Ook de werkkamer van de dichter vindt er een plaats. De verdieping werd aangepast tot een moderne museumruimte, waar didactisch, stijlvol en zonder overlading in een aantal panelen en kijkkasten het leven en werk van de dichter chronologisch worden geëvoceerd. Meer informatie is te vinden via de website van het René De Clercqgenootschap: http://www.rene-de-clercq.be