Heemkring Dorp en Toren vzw

Geschiedenis

1. Ligging

Deerlijk is 1.679 ha groot en telt ca. 11.000 inwoners. Buurgemeenten zijn Harelbeke, Waregem (Beveren-Leie, Desselgem en Waregem), Anzegem (Vichte) en Zwevegem (Otegem, Heestert en Zwevegem). De gemeente wordt doorsneden door de autosnelweg E 17, de spoorlijn Kortrijk-Denderleeuw en de Gaver- en de Slijpbeek. Het landschap is licht golvend, de hoogte varieert van ca. 14 m in de Gavervlakte tot bijna 50 m in het zuiden, in Sint-Lodewijk. Het grootste gedeelte van het grondgebied bevindt zich tussen de 15 en de 20 m hoogtelijnen.

2. Vroegste sporen van bewoning

De oudste sporen van menselijke nederzettingen werden aangetroffen in het waterrijke gebied van de Gavervlakte. Zowel in Deerlijk als in Harelbeke werden stenen werktuigen gevonden van jagers en voedselverzamelaars uit het late oudsteentijdperk, meer bepaald uit de Tjongercultuur (ca. 7000 v. Chr.). Verschillende vondsten, zoals een fragment van een gepolijste bijl en pijlpunten, wijzen ook op menselijke bewoning tijdens het nieuwsteentijdperk (ca. 3000-2000 v. Chr.).


Voorlopig ontbreken op Deerlijks grondgebied sporen uit de brons- en ijzertijd, alhoewel er vermoedelijk ook in die tijd bewoning was. De vele vondsten in de omliggende gemeenten wijzen in die richting.

silexen uit de prehistorie
Silexen uit de prehistorie

3. Romeinse nederzetting

In het centrum van Deerlijk, tussen de kerk en de kapel ter Ruste, heeft er een Gallo-Romeinse nederzetting bestaan (2de-3de eeuw na Chr.). Opgravingen op de terreinen van de Basisschool De Driesprong in de Kapel ter Rustestraat (1974), aan de Sint-Columbakerk (1977), aan Seniorenzorg Heilige Familie (1978) en op de terreinen van de gesloopte ververij Ovelacq in de Ververijstraat (1997) leverden voldoende bewijsmateriaal, zoals dakpannen, aardewerk en fragmenten van handmaalstenen en vuurbokken.
Een schat van ca. 45 munten, in 1848 gevonden op de wijk Belgiek, kan wijzen op het bestaan van een laat-Romeinse of Merovingische nederzetting (4de eeuw na Chr.). Vondsten uit deze periode zijn in onze streek vrij zeldzaam.

4. Ontstaan van Deerlijk

Twee grote bossen, gescheiden door de Gavermoerassen, bedekten Deerlijk. In het noorden, vanaf de Hoog- en Waregemstraat over Beveren-Leie en Desselgem, het dichte Methala- of Medelewoud en ten zuiden van de Gavermoerassen het kleinere Feretwoud.
In de 10de eeuw begiftigde Arnulf de Grote, graaf van Vlaanderen, de Gentse Sint-Pietersabdij met grote gebieden uit zijn domein, waaronder het Medelewoud. De abdij liet in de volgende eeuwen dit woud systematisch ontginnen en in cultuur brengen. Dit gaf het ontstaan aan heel wat omwalde hoeven, van waaruit de ontginning doeltreffend werd georganiseerd. Een van de nu nog bestaande hoeven is “het Goed Scaecx te Bruyelstraete” in de Desselgemstraat 141. Tijdens de Eerste Wereledoorlog stond deze boerderij bij de Duitsers bekend als het “Hof van Brabant”.
Op de zandrug tussen het Medelewoud en de Gavers loopt de aloude heerweg van Kortrijk naar Waregem, d.i. de huidige Kortrijkse heerweg, Hoog- en Waregemstraat. Op de hoger gelegen droge kouters rond deze weg is ten laatste in de 10de eeuw de nederzetting “Derlike” ontstaan. Deze kleine en op zichzelf niet zo belangrijke heerlijkheid had echter de kerk op haar grondgebied, zodat ze uitgroeide tot dorpsheerlijkheid en parochie. In het zuiden van de gemeente loopt de Romeinse heerweg Kortrijk-Oudenaarde, d.i. de huidige Stasegem-en Pladijsstraat en de Oudenaardse heerweg.

5. De naam Deerlijk

Over de verklaring van de naam “Deerlijk” zijn de geleerden het niet eens. Volgens de meest gezaghebbende onder hen, M. Gysseling, is de naam Deerlijk een Gallo-Romeinse nederzettingsnaam, nl. Thrasiliaco, afgeleid van de persoonsnaam Trasilos (“de energieke”). Deerlijk zou dan betekenen “nederzetting toebehorend aan Trasilos”.
De oudste schrijfwijzen die wij in documenten aantreffen zijn “derlike” (afschrift van ca. 1300 van een document van 1070) en “tresleca” (document van 1111).

6. Het wapenschild van Deerlijk

Het wapenschild van Deerlijk bestaat uit een keper en 10 blokjes van keel (rood), vier onderaan en twee keer drie bovenaan, op een zilveren achtergrond. Het is eigenlijk het wapenschild van de familie de Costere, die van de 14de eeuw tot 1628 de heerlijkheid Deerlijk in handen had. Het oudste bewaarde schild (zegel) dateert van 22 februari 1351, nl. het zegel van Rogier de Costere. Bij Koninklijk Besluit van 29 juli 1937 werd het als wapenschild van de gemeente Deerlijk erkend. Bij Ministerieel Besluit van 11 maart 1986 diende het als basis voor de gemeentelijke vlag.
In 2010 onthulde Deerlijk een eigen logo met als slogan Verrassend Veelzijdig. “De achthoek in het midden stelt de burger voor, die wij als bestuur centraal plaatsen. Het symboliseert ons streven naar een optimale dienstverlening,” aldus de gemeente die het logo sindsdien gebruikt bij alle officiële communicatie, dus ook als gemeentelijke vlag en voor het Gemeentenieuws (het gemeentelijk blad sinds Pasen 1973).

Bronnen:

DESPRIET Philippe, Inleiding tot de geschiedenis van Deerlijk, in Derlike IX, 4 (1987)
GYSSELING Maurits, Inleiding tot de oude toponymie van West-Vlaanderen, in De Leiegouw XXV, 1 (1983) p.39-58
VANOVERBERGHE Jan, Wapenschild van Deerlijk, in Derlike XXVIII, 3 (2006), p. 86-93
Gemeentenieuws 2010, maandelijks tijdschrift Gemeente Deerlijk, 37ste jaargang, 1 (15/01> 15/02), p. 2